Dinsdag 29 april 2014: Leraar in rol

29 april 2014 - Norrköping, Zweden

We hebben reeds verschillende manieren gezien om leerlingen te doen leren door zich te laten inleven (schaduwtheater, poëzie en story line). Er is echter nog een manier om kinderen te betrekken in de les via drama en dat door je als leerkracht in te leven in een rol.

   

 

Wanneer de leerkracht een personage aanneemt heeft hij/zij meteen de aandacht van de kinderen en die zijn gemotiveerd voor de komende les. De lector vroeg niet waarom  je dat zou doen want dat is heel duidelijk: leuk, interessant, een leuke afwisseling met de andere lessen,…  Ze vroeg “Waarvoor kan je als leraar een personage aannemen?” Ik was verbaasd dat mijn medestudenten niets te vertellen hadden. Zelf had wel enkele ideeën, omdat we dat regelmatig bespreken hebben in de KHL.

-          Een Frans personage voor tijdens de lessen Frans. Dit personage spreekt enkel Frans waardoor de kinderen beter moeten opletten maar ook gemotiveerder zullen zijn. Daarbij komt nog eens dat de lln. bij het zien van het personage meteen weten wat ze gaan doen: Frans.

-          Een tijdreiziger die vast zit in deze tijd. De code voor de teletijdmachine moet gekraakt worden voor hij/zin weer terugkan. Door het correct oplossen van wiskundige oefeningen kunnen ze symbolen verdienen waarmee ze de code moeten samenstellen. Als de code gekraakt is kunnen ze de tijdreiziger terug te sturen. Dit zorgt voor een hele leuke wiskunde les.

-          Een historisch persoon die komt vertellen over zijn tijd. Zo kan een romein komen vertellen over de strategieën op het slagveld, een holbewoner over het maken van gereedschap… maar ook Martin Luther King die komt vertellen over de ongelijkheid tussen zwarten en blanken. De kinderen zullen helemaal opgaan in het verhaal en zullen alles beter onthouden. (Voor beroepen als politie kan je beter iemand laten komen. Dat maakt een grotere indruk.)

-          ….

 

Vervolgens werden we opgedeeld in groepen. Elke groep moest een idee voor les voorbereiden waarbij de leerkracht een personage werd. We werden volledig vrijgelaten, de lector nam afstand en we begonnen aan onze opdracht.

 

Het was niet makkelijk om te beginnen. Kies je een leeftijd een onderwerp of een boodschap om mee te beginnen. Mijn groep bestond uit vier studenten. Deze groep was half kleuteronderwijs en half lageronderwijs. Dit maakte het vinden van een geschikt onderwerp moeilijk. Misschien was het beter om kleuter en lager samen te zetten? Uiteindelijk kwamen we uit bij kinderen van 5-6 jaar. We zouden iets doen rond verkeer. Kinderen die oversteken, een rijdende auto en een praten stoplicht. We kregen een half uur om hieraan te werken. We konden gebruikmaken van bladeren en stiften en van de spullen uit de extra kamer (waar allerlei voorwerpen en kleding stukken liggen)

GROEP 1:

Teacher in role, de boerderij

Personages: boer – stadsbewoner – hond – kip – schaap

Leeftijdsgroep: de oudste kleuters, 5 jaar

Verhaal: De boer is op zijn boerderij en verzorgt zijn dieren. De hond heeft nood aan liefde en spelen. De kip legt een ei. Het schaap heeft veel wol en moet geschoren worden. De boer krijgt een telefoontje en moet dringend weg, zijn tante is ziek. Maar voor de boer vertrekt zoekt hij een vervanger. Wanneer de boer betrokken is komt de vervanger aan (= de lkr met een koffer en een hoed). De man uit de stad vindt dat de boerderij maar stinkt. Hij moest voor de boerderij zorgen maar heeft geen idee wat er allemaal moet gebeuren. De kinderen helpen de stadsbewoner met de taken op de boerderij.

Inspiratie: Dit is een leuke en speelse manier om over de taken van de boerderij te leren. Eerst leren ze door te kijken en mogen ze de boer zelfs een beetje helpen. Wanneer de boer vertrekt komt er een onwetende man binnen. Hij weet helemaal  niets van de boerderij, de kindeern voelen zich geroepen om deze man te helpen. Doordat de man niets van de boerderij weet wordt al het geziene nog eens herhaald.

Deze manier is heel goed voor kleine kinderen. Voor grotere kinderen zou ik het anders aanpakken. Alles begint met het onderwerp dus laten we voor het voorbeeld “de taken in een restaurant” nemen. Als lkr. kan je de klas omtoveren tot een restaurant. Je doet alle taken voor en laat de kinderen het restaurant overnemen: een menu opstellen, boodschappenlijst opstellen, koken, tafeldekken, bestellingen opnemen,  opdienen, afruimen,… De kinderen komen al spelend in contact met de taken. We doen “alsof” het een echt restaurant is.

Dit kan ook met de volgende onderwerpen: ziekenhuis – winkel – zeepfabriek – verkiezingen – dierentuin of dierenwinkel - …

GROEP 2:

Teacher in role, oversteken  Teacher in role, oversteken

Personages: kinderen – auto – stoplicht

Leeftijdsgroep: oudste kleuters – eerste graad, 5-7 jaar

Verhaal: Twee kinderen lopen op het voetpad. Ze naderen een zebrapad met een stoplicht. Het is rood. Toch steken de kinderen over (zonder te kijken). Er komt een auto aan. De kinderen worden aangereden. De tijd wordt stilgezet en het stoplicht komt tot leven. “Hebben jullie gezien wat gebeurt is? Was dat goed of fout? Ja dat denk ik ook! Wat moeten ze doen?”

De tijd wordt teruggespoeld. De kinderen staan weer aan het zebrapad, deze keer wachten ze tot het groen wordt. De kinderen steken over en bereiken veilig de overkant. De tijd wordt weer stilgezet en het stoplicht praat met de kinderen.”Is er iets gebeurd? Waarom niet? Wat moeten we zeker onthouden wanneer we willen oversteken?”

Hierna kregen de kinderen zelf de kans om. De kinderen mochten zelf kiezen wat ze willen zijn en mogen afwisselen van rollen. Dit is iets wat de kinderen zeker leuk gaan vinden. Op een speelse manier komen in contact met het oversteken van de straat. Misschien hebben ze ongelukken, misschien hebben die niet, de kinderen doen ervaring op in een veilige omgeving en hebben plezier.

Inspiratie: Ik heb een les oversteken gegeven in het eerste leerjaar. Ik heb toen een anders aangepakt maar deze methode is zoveel leuker. Als ik die les nog eens zou moeten geven zou ik nieuwsartikels gebruiken als inleiding, dit als kern en het oversteken op de straat als verwerking. Voor de oudere leerlingen zal het onderwerp meer uitdagend moeten zijn, pratende voorwerpen werken niet zo goed met hen. Als voorbeeld neem ik het restaurant. Deze keer niet breed maar enkel het opdienen met een plateau en het evenwicht bewaren. Zo kan je de lln. via een parcours laten oefenen op hun kleine motoriek.

 

GROEP 3:

 Teacher in role, Europa

Personages: reiziger – Fin – Spanjaard – Duitser

Leeftijdsgroep: tweede en derde graad, 9-11 jaar

Verhaal: Tom heeft twee maanden vakantie. Hij wilt niet thuis zitten. Dan vind hij opeens hij een reismachine. Via deze machine komt hij in een land terecht. Eerst komt hij in Finland waar hij ijshockey speelt en uitgenodigd wordt voor een sauna. Finland is echter te koud voor hem dus gaat hij weg. Zo komt hij in Spanje. In Spanje ligt hij op het strand en mag hij met stieren vechten. Maar Spanje is te warm, Tom wilt een land dat kouder is dan Spanje maar warmer dan Finland. Het laatste land waar hij terecht komt is Oostenrijk. Daar vind hij een boerenmeisje die de geiten aan het hoeden is. Samen doen ze een skiwedstrijdje. Nadat hij kennis heeft gemaakt met 3 landen en hun culturen gaat hij terug naar weer naar Zweden.

Inspiratie: Dit vind ik een heel leuk idee. Ik heb altijd het idee in mijn hoofd om aan tijdreizen te doen  je kan dit ook doen met gewoon reizen. Een eenvoudige machine dat je naar andere plaatsen  in Europa brengt. Op deze manier kan je de lln. opeen leuke manier kennis laten maken met Europa. Hierbij kan je de focus leggen op verschillende elementen: klimaat en weer, natuur, voedsel, de hoofdsteden, de taal… En dit zou perfect passen binnen een groot school project waarbij elke klas een land uit de EU is. Je kan dit ook toepassen op beroepen. Dan is de hele school een dorp en verschillende beroepen/ disciplines zijn aanwezig

     -      bibliotheek: verhalen schrijven papier maken, prentenboeken maken,…    
     -      klusjesman: vogelhuisjes timmeren, zagen, spijkers slaan…
     -      kunstenaar: verschillende technieken uitproberen, verschillende kunststijlen, leren over
            symbolisme
     -      …       

Ik vond het leuk om de resultaten te zien. Weer zagen we dat je verschillende interpretaties hebt. Het geeft je inspiratie voor nieuwe ideeën. Een belangrijk gegeven is dat we hier met vier à vijf studenten die een idee uitvoeren. Dit geeft de mogelijkheid om meerder personages in de uitvoering te plaatsen, dit kan niet wanneer je alleen voor de klas staat. Als ik later iets wil doen waarvoor meerdere personages nodig zijn heb ik drie mogelijkheden (die ik kan bedenken):

1.      Iets samendoen met een andere klas waarvoor we met twee leerkrachten zijn.

2.      Een schoolproject waarbij alle klassen gemengd worden voor een activiteit. Zo kan er een circuit gevormd worden met verschillende personages. De lln. gaan in groepen naar de personages om daar een opdracht uit te voeren (bv: sprookjes. Elke lkr. zou een sprookjesfiguur kunnen zijn.)

3.      Als het een grote activiteit is, en het is functioneel, zou je (groot)ouders kunnen vragen om mee te spelen. Dit vind ik echter nogal ver gezocht en zou ik niet meteen doen. Het zou wel een mogelijk zijn om dit te combineren met optie twee, om meer personages te creëren zodat de groepen kleiner kunnen worden.

Omdat je als leerkracht alleen voor de klas staat kan je soms wel wat hulp gebruiken. De lector had enkele boeken bij die nuttig zijn voor leraars. Hierin kan je informatie vinden over het integreren van drama in je lessen en het geven van dramalessen. Deze boeken zijn allemaal in het Engels.

1.      The Use of Drama – John Hodgron

2.      Drama for Life – John O’Toole & Margeret Lepp

3.      Drama Structures, a Practical Handbook for Teachers – Cecil O’Neill & Alan Lambert

4.      Theater Games for Classroom, a Teachers’s Handbook – Viola Spolin

5.      Playing Berwist and Between, the IDEA dialogues 2001 – Bjorn Rasmussen & Anna-Lena Ostern

6.      Before Writing, Rethinking the Paths to Literacy – Gunter Kress

7.      Improvisation for the Theater, Third Edition – Viola Spolin

8.      FLOW – Mihaly Csikszentmihakyi

9.      Commedia dell’ arte, a Handbook for Troupes – John Rudlin & Olly Crick

Momenteel heb ik niet de tijd om deze te lezen, maar ik wil de volgende boeken zeker eens bekijken.

·         The Use of Drama – John Hodgron

·         Drama Structures, a Practical Handbook for Teachers – Cecil O’Neill & Alan Lambert

·         Before Writing, Rethinking the Paths to Literacy – Gunter Kress

·         FLOW – Mihaly Csikszentmihakyi

We hebben drama in de opleiding. Toch voel ik me niet zo op mijn gemak bij het geven van deze lessen. Ik zou liever meer zien hoe je dit moet geven en aanbrengen in plaats van zelf oefeningen te doen. De eerste drie boeken geven praktische informatie daarom kies ik er voor om deze eerst te lezen. Ik hoop dat ze me kunnen helpen om mijn dramalessen  naar een hoger niveau te brengen. FLOW, is een dik boek maar werd ons ten zeerste aangeraden door de lector. Het gaat over de ontwikkeling van verbeelding van een kind en hoe je welke invloed dit heeft op de beleving. De oefening “As if…”, uit de les van poëzie, is geïnspireerd door dit boek.

Wat scholen betreft vind ik dat drama in de klas meer gepromoot moet worden. Ook als je je niet zo zelfzeker voelt tijdens het geven van dramalessen (net als ik), een personage aannemen is iets wat iedereen kan. Vaak spelen leraars wel met het idee om dit te doen maar hebben ze de materialen er niet voor. Het lijkt met dan ook een goed idee als scholen zouden overwegen om een verkleedkoffer of verkleedkast te maken voor de leraars. Een school hoeft niet te investeren in dure kostuums ze kunnen deze zelf maken, door simpele dingen kan je al snel een goed beeld scheppen van je personage (vb: een witte doeken sandalen, een stok en een helm = je bent een Romein). In het begin zou ik gaan voor meest gebruikte kostuums: romein, holbewoner, boer, ridder, prinses, fransman,… en langzaam zou deze voorraad groter kunnen worden. De aanwezigheid van verkleedkleren in de school maakt de stap naar een leraar als personage een stuk kleiner. Ik hoop dat ik zo’n project kan opstarten in mijn school. Het zal tijd vragen, maar dat geeft niet want het is iets waar ik achter sta en wat ik wil doen.

Foto’s